Dat laatste randje buikvet is vaak lastig om weg te krijgen, dit maakt dan ook veel sporters gek. Je hebt jarenlang hard getraind, gezond gegeten en gewicht verloren, maar dat laatste rolletje buikvet wilt niet weg. De kans is groot dat je jezelf afvraagt wat je nu nog kunt doen. Nog meer uren cardio training? OF nog minder eten? Beide zijn meestal niet de oplossing, maar wat helpt dan wel? Wij hebben 3 effectieve tips voor je op een rijtje gezet!
1. Drink genoeg water
Gehydrateerd blijven is essentieel voor de algemene gezondheid van je lichaam, maar is ook erg belangrijk voor metabolische processen. Tijdens het afvallen is het essentieel om erop te letten dat je genoeg water binnenkrijgt. Er wordt aangeraden om minimaal 30 ml per kilo lichaamsgewicht binnen te krijgen. Gemiddeld is dat bij vrouwen 1,5 tot 2 liter en bij mannen 2 tot 3 liter. Als jij jezelf afvraagt “hoe krijg ik buikvet weg?”, dan is het van dus van belang om elke dag genoeg water te drinken. Dit zorgt er onder andere voor dat je lichaam de afvalstoffen kan blijven afvoeren.
2. Weeg het eten
Afvallen doe je door minder calorieën binnen te krijgen, dan dat je lichaam dagelijks verbrandt. De kans is groot dat je veel eiwitten, weinig koolhydraten en een minimale hoeveelheid vet binnenkrijgt tijdens je dieet. Vaak kost het exact bijhouden van de macronutriënten inname teveel moeite, waardoor er wordt gegokt. Om dat laatste beetje buikvet weg te krijgen is ons advies om al het eten te wegen. Dus niet gokken, maar wegen. Zo weet je precies wat je dagelijks inneemt. De kans is groot dat je erachter komt dat je calorie inname toch hoger ligt, dan dat je eigenlijk dacht.
3. Cryolipolyse behandeling
Wanneer je een flink aantal kilo’s vet bent kwijtgeraakt, dan is de kans groot dat je ondanks een strikt dieet niet van dat laatste laagje buikvet afkomt. Dit komt doordat je buik veel ongevulde vetcellen bevat. Dit buikvet wegtrainen is vaak erg lastig of niet mogelijk. Voor deze mensen adviseren wij een cryolipolyse. Bij deze behandelingsmethode bevriezen ze vetcellen, waardoor ze afsterven om vervolgens door het lichaam zelf afgevoerd te worden.